-
1 zo zijn voor- en nadelen hebben
zo zijn voor- en nadelen hebbenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zo zijn voor- en nadelen hebben
-
2 cut both ways
tweesnijdend zijn,voor-en nadelen hebben———————— -
3 nadeel
♦voorbeelden:1 de voor- en nadelen afwegen • weigh the advantages and disadvantages/the pros and conszo zijn voor- en nadelen hebben • have its pros and consnadeel van iets ondervinden • be the worse for somethingal het bewijsmateriaal spreekt in hun nadeel • all the evidence is against themer zijn ook nadelen aan verbonden • there are also snags attached to itin het nadeel zijn • be at a disadvantagede beslissing viel in hun nadeel uit • the decision went against themik zal niets ten nadele van hem zeggen • I won't say anything against himten nadele van • to the detriment of -
4 cut
adj. gesneden; verkorting, gedeelte; in prijs verlaagd--------n. snee; snijwond; gedeelte; dracht (van kleding)--------v. snijden; verkorten; verlagen; knippencut1[ kut] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 benaming voor〉slag/snee met scherp voorwerp ⇒ (mes)sne(d)e, keep, insnijding, snijwond; hak, houw; striem, (zweep)slag5 coupure ⇒ weglating, in/verkorting8 〈 benaming voor〉in/doorsnijding ⇒ geul, kloof, kanaal, doorgraving; kortere weg♦voorbeelden:cut and thrust • (woorden)steekspel, vinnig debat————————cut21 〈 benaming voor〉scheid/bewerkbaar zijn met scherp voorwerp ⇒ (zich laten) snijden/knippen/maaien, te snijden/knippen/hakken/maaien zijn2 〈 benaming voor〉een inkeping/scheiding maken ⇒ snijden; knippen; hakken, kappen, kerven; maaien4 rennen7 〈 informeel〉een plaat maken/opnemen♦voorbeelden:1 the butter/grass cuts easily • de boter/het gras snijdt/maait gemakkelijk→ cut across cut across/, cut at cut at/, cut down cut down/, cut down on cut down on/, cut in cut in/, cut into cut into/, cut out cut out/, cut through cut through/, cut up cut up/♦voorbeelden:→ cut back cut back/1 snijden in ⇒ verwonden; stuksnijden2 〈 benaming voor〉 scheiden door middel van scherp voorwerp ⇒ (af/door/los/weg)snijden/knippen/hakken; (om)hakken/kappen/zagen3 〈 benaming voor〉 maken met scherp voorwerp ⇒ kerven; slijpen; (bij)snijden/knippen/hakken; boren; graveren; snijden 〈 grammofoonplaat〉; 〈 bij uitbreiding〉 opnemen, maken 〈 grammofoonplaat〉5 〈 benaming voor〉 inkorten ⇒ snijden (in), couperen 〈 boek, film e.d.〉; afsnijden 〈 route, hoek〉; besnoeien (op), inkrimpen, bezuinigen6 〈 benaming voor〉 stopzetten ⇒ ophouden met; afsluiten, afsnijden 〈 water, energie〉; uitschakelen, afzetten9 negeren ⇒ veronachtzamen, s laten liggen♦voorbeelden:cut the tape • het lint doorknippencut free • lossnijden/kappen/hakken; bevrijdencut someone loose • iemand lossnijden/losmakencut open • openhalen/rijtencut away • wegsnijden/hakken/knippen; snoeiencut in half/two • doormidden/in tweeën snijden/knippen/hakkencut into halves/thirds/pieces • doormidden/in drieën/in stukken snijden/knippen/hakkencut a way through the jungle • zich een weg banen door de jungle3 cut a record • een plaat maken/opnemencut one's initials into something • zijn initialen ergens in kervenmy wage was cut • mijn loon is verlaagd9 cut someone dead/cold • iemand niet zien staan, iemand straal negeren -
5 voordeel
♦voorbeelden:voordeeltjes behalen • faire de la grattezijn voordeel met iets doen • faire son profit de qc.voordeel hebben bij • avoir avantage àvoordeel trekken uit iets • tirer profit de qc.ik zie daar geen voordeel in • je n'y vois aucun intérêthij is in zijn voordeel veranderd • il a changé à son avantagede tijd werkt in ons voordeel • le temps travaille pour nousten voordele van • au profit dede voor- en nadelen afwegen • peser le pour et le contreop voordeel staan • avoir l'avantage -
6 cancel out
v. compenseren, neutraliserencancel out1 elkaar compenseren/neutraliseren ⇒ tegen elkaar opwegenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 compenseren ⇒ goedmaken, neutraliseren♦voorbeelden:1 the profits have cancelled out last year's losses • de winsten hebben de verliezen van vorig jaar gecompenseerdthe pros and cons cancel each other out • de voor- en nadelen heffen elkaar op -
7 voordeel
3 [tennis] advantage♦voorbeelden:voordeel hebben bij • profit/benefit fromhet heeft het voordeel van dichtbij te zijn • it has the advantage of being close〈 sport〉 3-0 in het voordeel van Nederland • 3-0 for Holland/for the Dutch side/teamde situatie was in zijn voordeel • the situation was to his advantageten voordele van • for the benefit of, in favour ofiemand het voordeel van de twijfel gunnen • give someone the benefit of the doubteen voordeel behalen • gain an advantageer zijn alleen maar voordelen aan verbonden • it can only be to your advantage
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский